VU – UTNieuws & agendaNieuwsStevig aan de weg timmeren om de samenleving beter te maken

Stevig aan de weg timmeren om de samenleving beter te maken

Mirjam van Praag en Vinod Subramaniam, collegevoorzitter van respectievelijk de VU Amsterdam en de Universiteit Twente, kijken terug en vooruit op de samenwerking tussen beide universiteiten. Over de pioniersgeest, de kracht van integratie en het belang van de machinekamer. ‘Mensen delen het gevoel dat ze samen iets moois en belangrijks opbouwen.’      

‘Techniek is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Het is overal en speelt op steeds meer gebieden een belangrijke rol. Tegelijkertijd is techniek álleen nooit de oplossing. Want het succes ervan is sterk afhankelijk van de mate waarin mensen het accepteren en willen gebruiken. Daar moet je al mee aan de slag wanneer je nog helemaal voorin het ontwikkelproces zit. Dus geen techniek met een sausje maar de daadwerkelijke integratie van twee werelden. Dat is precies waarop onze samenwerking is gestoeld. Grof gesteld levert Twente de techniek en Amsterdam de gedrags-en maatschappijwetenschappen. Die integratie creëren we in het onderzoek, het onderwijs en op team- en individueel niveau.     

Enorme uitdagingen

We zien dat wat we doen enorm belangrijk is voor de samenleving. De behoefte aan hoog opgeleide technische mensen met een brede blik is erg groot. Zeker in deze tijd waarin we voor enorme uitdagingen staan op het gebied van klimaat, duurzaamheid en veiligheid. Om hierin stappen te kunnen zetten en impact te maken, moet je samenwerken. Dat is precies wat er binnen onze coalities gebeurt. Daar komen de verschillende expertises van onze universiteiten heel goed samen. Op basis daarvan gaan ze aan de slag met de grote uitdagingen van onze tijd.  

Gedeelde mindset

Bij het begin van onze samenwerking werd direct duidelijk dat we goed bij elkaar passen. Er was erkenning én herkenning op doel en inhoud maar ook op de manier van werken. De drive die er is en de lol die we samen hebben, is opvallend. Want we weten dat dit geen automatismen zijn wanneer universiteiten gaan samenwerken… Dat het ons wel lukt, komt onder meer door onze gedeelde mindset. We staan beide open voor samenwerking en willen stevig aan de weg timmeren om de samenleving beter te maken.

Mouwen opstropen

Dit zorgde direct voor veel positieve energie. Bij veel bijeenkomsten hadden we het gevoel van: wat gaat dit allemaal relaxed en makkelijk! Dat betekent overigens niet dat er geen gedoe was. Want dat was er regelmatig. Je  kunt nog zulke mooie plannen en vergezichten hebben, de praktijk van alle dag is vaak weerbarstig. Want opleidingen en systemen praten bijvoorbeeld niet automatisch met elkaar. Er is dan ook veel werk verzet in onze machinekamers. Een kwestie van mouwen opstropen en zaken fixen. Dat pragmatisme delen we ook met elkaar.

Samen het verschil maken

Wat ook opvalt binnen de samenwerking is de pioniersgeest die er heerst. Naast het enthousiasme delen veel mensen het gevoel dat ze samen iets moois en belangrijks opbouwen. Zie het als een soort heipalen als stevige fundatie voor onze samenwerking. Als bestuur geven we kaders en grenzen aan en  zorgen we voor sturing maar het hele samenwerkingsproces vind vooral bottom up plaats. En daar zit ook de kracht. Mensen zoeken elkaar op de werkvloer op vanuit hun gedeelde behoeften om van elkaar te leren, elkaar aan te vullen en zo samen het verschil te kunnen maken. En dat werkt buitengewoon aanstekelijk want je ziet dat steeds meer mensen willen aanhaken. In het onderzoek en het onderwijs.

Einde nog lang niet in zicht

De recente viering op 1 juli van het afstuderen van de eerste lichting Mechanical Engineering studenten in Amsterdam liet goed zien hoe enthousiast alle betrokkenen zijn. Ondertussen staan de mensen van Creative Technology al te trappelen om in 2023 van start te gaan in Amsterdam met onze tweede gezamenlijke bacheloropleiding. En het einde is nog lang niet in zicht. Uiteindelijk willen we in Amsterdam een techniekcampus creëren van bacheloropleidingen en in Enschede het aanbod van masters verder versterken. Daarmee komen we tegemoet aan de behoeften van onze universiteiten, onze regio’s, de samenleving en de arbeidsmarkt.

Bevlogen jonge mensen opleiden

Voor de toekomst is het belangrijk dat we aandacht blijven besteden aan de mensen, de processen en de inhoud. De samenwerking groeit gestaag en er is veel geestdrift  om mee te doen maar we moeten ook waken voor overbelasting na twee jaar corona. Ook daarom is het belangrijk dat de processen goed  blijven lopen. Dan kunnen onderzoekers, docenten en studenten zich concentreren op de inhoud. Een andere uitdaging is om nog meer partners uit onze omgeving te gaan betrekken bij onze samenwerking. Zo creëren we een ecosysteem dat nog rijker en krachtiger is. En we moeten intern en extern goed blijven communiceren over het waarom, het belang en de impact van onze samenwerking. Onze grootste impact blijft hierbij dat we bevlogen jonge mensen technisch opleiden vanuit een divers en breed perspectief. De behoefte aan deze mensen is groter dan ooit.’