Onderzoek toont aan dat politieagenten tijdens momenten van gelijktijdige stress zich meer richten op coördinatiegedrag tussen teamleden, en minder op expliciet de-escalatiegedrag ten opzichte van betrokken verdachte(n). Dit is een belangrijke bevinding uit het project ‘A multi-channel approach to studying the dynamics of effective collaboration in police-teams’, uitgevoerd door Marcella Hoogeboom (UT) en Vana Hutter (VU), en gefinancierd door de VU-UT-seedfunding binnen de Coalitie Secure Societies.
Het doel van dit project was om het begrip van effectieve samenwerking binnen politieteams te vergroten door gebruik te maken van innovatieve meettechnologieën. Politieagenten hebben vaak te maken met stressvolle situaties die naadloos teamwerk vereisen. Onderzoek naar samenwerking binnen teams is echter beperkt en vaak opgesplitst in verschillende onderdelen. Dit project hanteert daarom een meer holistische benadering door verschillende geavanceerde instrumenten te integreren.
Met behulp van Zephyrs werd de (variatie in) hartslag gevolgd, terwijl bodycams en extra camera's de coördinatie en het de-escalatiegedrag van de agenten registreerden. Plafondcamera’s brachten de posities en bewegingen van de agenten in kaart. Door het terugkijken van de beelden konden agenten hun perceptie van stress en teamwork evalueren.
Tijdens het project is nauw samengewerkt met het Politie Training Centrum in Borne. Na een aantal voorbereidende bezoeken volgden twee dagen intensieve gegevensverzameling. In de uitgewerkte scenario's werden politieagenten in duo’s geconfronteerd met levensechte trainingssituaties, waarin ze de opdracht kregen een gewelddadige verdachte te arresteren. Elk duo voltooide drie identieke scenario’s met dezelfde opdracht, locatie en verdachte. De onderzoekers introduceerden echter verschillende stressniveaus door te variëren in de mate van agressie van de verdachte en door een tweede persoon toe te voegen, wat de complexiteit van het teamwerk verhoogde.
De resultaten laten zien dat de politieagenten verschillende lichamelijke reacties vertoonden tijdens de scenario’s. Bij momenten van gelijktijdige stress vertoonden de duo’s veel expliciet coördinatiegedrag, zoals het geven van instructies en het vragen om informatie, en gebruikten ze meer impliciete de-escalatietactieken zoals luistergedrag. Tijdens momenten van gezamenlijke verminderde stress verschoven de agenten naar impliciet coördinatiegedrag, zoals het bieden van hulp en het monitoren van de situatie.
Momenteel analyseren de onderzoekers de gegevens over beweging en continue percepties van waargenomen stress en teamwork om deze vervolgens verder te combineren. Hoewel het project officieel is beëindigd, gaat de samenwerking door, vanwege de wetenschappelijke en praktische belangstelling. Daarnaast wordt onderzocht hoe geautomatiseerde gedragsanalyse in bredere zin kan worden ingezet om samenwerking in realistische, dynamische omgevingen te bestuderen.