Europese subsidie voor ondernemerschapsonderwijs

Het bèta-onderwijs op het gebied van ondernemerschap binnen de samenwerking VU Amsterdam - UT krijgt een Europese subsidie van € 125.000. Met het geld wordt onderzocht hoe dit type onderwijs verder kan worden ontwikkeld en verbeterd en wat de impact ervan is op de opschaling van technologische innovaties in bedrijven. De bevindingen uit het onderzoek worden ook gebruikt om nieuw Europees innovatiebeleid te ontwerpen.

Volgens Marlous Blankesteijn, opleidingsdirecteur van de bachelor Science, Business & Innovation, is de subsidie een mooie opsteker voor de ondernemerszin die kenmerkend is voor de samenwerking tussen de VU Amsterdam en de UT. 

Een toekomst binnen een bedrijf en buiten een lab

Het onderwijs op het gebied van ondernemerschap wordt in Amsterdam gegeven in de bachelor- en masteropleiding Science, Business & Innovation. In Twente is dit binnen de minor Entrepeneurship waarbij Petra de Weerd en Rainer Harms zijn betrokken.  

In het onderwijs komen onderwerpen aan de orde als hoe ontwikkel je ondernemerszin, hoe vertaal je onderzoeksresultaten naar praktische toepassingen en de markt en hoe zet je een start up op? De belangstelling voor dit type onderwijs is op beide universiteiten groot. Steeds meer bèta-studenten kiezen voor een toekomst binnen een bedrijf en buiten een lab.   

Evalueren, analyseren en optimaliseren

Blankesteijn is erg blij met de subsidie. ‘Er is tot nu toe nog weinig onderzoek gedaan naar de kwaliteit en de impact van dit onderwijs binnen een typische bèta-context. Het is natuurlijk belangrijk om op zowel inhoudelijk als didactisch gebied dit onderwijs goed te kunnen evalueren en analyseren. En dat is ook nodig om het onderwijs verder te optimaliseren. Met de subsidie kunnen we dat in de komende 28 maanden gaan doen. We gaan daarbij ook kijken wat de impact en meerwaarde van dit type onderwijs is voor bedrijven. Of anders gezegd: wat brengen onze studenten aan kennis, ideeën, inzichten en innovatiekracht mee wanneer zij bij bedrijven stage gaan lopen of er gaan werken?’    

Het verschil maken

Blankesteijn ziet de subsidie als een passende beloning voor de ondernemerszin en de blik naar buiten die kenmerkend is voor de samenwerking tussen de VU Amsterdam en de UT. 
‘Beide universiteiten werken niet alleen aan een duurzame verbinding met elkaar maar ook met hun externe relaties, met de regio’s en met de hele samenleving. We willen met ons onderwijs en onderzoek wezenlijk bijdragen en het verschil gaan maken. Een ondernemende houding en geest passen daar heel goed bij.’   

Producten, bedrijven en banen

De Europese subsidie wordt verstrekt in het kader van het ATTRACT project binnen het onderdeel sociaaleconomische impact van nieuwe kennis en technologie. In ATTRACT hebben zes van Europa's toonaangevende wetenschappelijke laboratoria hun krachten gebundeld met die van het bedrijfsleven en met deskundigen op het gebied van bedrijfsleven en ondernemerschap. Het doel hiervan is om de wetenschappelijke instrumenten van de volgende generatie te ontwikkelen en gezamenlijk nieuwe producten, bedrijven en banen te creëren. 

Neem voor meer informatie over de subsidie contact op met Marlous Blankesteijn  
Science, Business & Innovation VU Amsterdam
Minor Innovation & Entrepeneurship UT
ATTRACT